Inklemmingssyndroom = impingmentsyndroom
Wanneer de pezen van de schouder chronisch ingeklemd geraken tussen het dak van de schouder en de bovenarm, spreekt men van een impingement syndroom van de schouder. Dit veroorzaakt pijn in de bovenarm met een typisch pijnpatroon.
Evenwel staat deze theorie de laatste tijd meer en meer op losse schroeven en gaat men ervan uit dat in de meeste gevallen het gaat om een overbelasting en dat de pees intern verzwakt van kwaliteit.
Klachten
In het eerste stadium ondervindt de patiënt pijn in de bovenarm tijdens of na de activiteit, ofwel spontaan ‘s nachts. Zelden is er pijn in de schouder zelf of zijn er klachten in rust.
In een verder stadium kan de pijn aanwezig blijven en kan de slaap ernstig gestoord worden. De patiënt heeft het dan ook moeilijker om krachtsinspanningen te doen boven schouderhoogte. Bij krachtverlies dient men rekening te houden met een mogelijke scheur van de rotator cuff.
Oorzaken
Het dak van de schouder (acromion) is van nature uit niet recht maar afhellend. Hierdoor ontstaat makkelijk een conflictsituatie tussen de plaats waar de belangrijkste pezen (rotator cuff) van de schouder aanhechten, en het dak van de schouder. Een slijmbeurs helpt de pezen vlot, soepel en zonder wrijving onder het dak van de schouder glijden. Deze slijmbeurs kan ontstoken raken (bursitis) en zo het glijdingsmechanisme verstoren.
Deze situatie doet zich vooral voor bij activiteiten op of boven schouderhoogte, in het bijzonder als die met kracht gepaard gaan.
Indien er naast een ontsteking van de slijmbeurs ook een ontsteking optreedt aan één van de pezen spreken we van een tendinitis. Als deze ontsteking blijft aanhouden, kan de pees door verdere irritatie beschadigd worden. Dit kan op termijn leiden tot een ruptuur van de pezen van de rotator cuff.
Behandelingsopties
Zeker in de vroegtijdige stadia van de aandoening zal een conservatieve behandeling vooropgesteld worden. Indien er sprake is van een overbelasting van de pees dient rust in acht genomen te worden.
Er wordt eerst ontstekingsremmende medicatie gegeven.
In tweede instantie worden twee tot drie spuitjes gegeven, rechtstreeks in de slijmbeurs, met een lokaal cortisone preparaat. Die worden om de 14 dagen toegediend.
Deze therapie kan eventueel gecombineerd worden met kinesitherapie, bestaande uit een ontstekingsremmende behandeling en uit het herwinnen van de beweeglijkheid en de coördinatie van de verschillende schouderspieren.
In een vroegtijdig stadium geeft deze gecombineerde therapie een goed resultaat bij 70% van de patiënten. Indien de symptomen echter terugkomen, dient een operatie overwogen te worden.
Nazorg
De revalidatie van een schouderingreep neemt ettelijke weken tot maanden in beslag.
Klassiek wordt aangenomen dat de revalidatie in drie stadia verloopt:
- Acute fase: deze duurt drie à vier dagen. Hierbij is het vooral van belang de schouder zoveel mogelijk te laten rusten tussen het pendelen. Hiervoor wordt dan ook een draagdoek voorgeschreven.
- Sub-acute fase: deze fase duurt tot zes weken na de ingreep. Hierbij wordt vooral aandacht besteed aan het herwinnen van de beweeglijkheid en het beperken van de pijn. Normale dagdagelijkse activiteiten mogen hernomen worden. Alles behalve inspanningen.
- Chronische fase: hierbij gaat het vooral om het herwinnen van de kracht. Deze fase kan tot vier tot zes maanden na de ingreep duren. De duur van de werkonbekwaamheid hangt grotendeels af van het uitgeoefende beroep en van de aantastingsgraad van de pees.