Het AC-gewricht (acromio-claviculaire gewricht) is het gewricht tussen het acromion (deel van het schouderblad) en de clavicula (sleutelbeen).
De gewrichtsuiteinden zijn bedekt met kraakbeen en tussen beide uiteinden bevindt zich een discus, een soort kraakbeenschijfje. Rondom rond is er een stevig kapsel en het sleutelbeen wordt bovendien nog stabiel tegen het schouderblad gehouden door twee gewrichtsbanden. De beweging in dit gewricht is beperkt en gebeurt vooral wanneer de arm boven de 90° beweegt.
Klachten
De symptomen zijn vaak lokale drukpijn, pijnlijke horizontale adductie en pijnlijke bewegingen in de hoogte.
Oorzaken
Volgende aandoeningen zijn mogelijk:
- Artrose en/of intra-articulair letsel van het AC-gewricht. Het AC-gewricht kan pijnlijk worden door een intra-articulair letsel (kraakbeenletsel of scheur in de discus, vaak na een trauma en ook mogelijk bij jonge mensen), door echte artrose (‘slijtage’) of door artritis (gewrichtsontsteking, bijvoorbeeld bij reuma)
- Impingement door AC-artrose. Soms ontstaan er aan de onderzijde van het AC-gewricht osteofyten (papegaaibekken), meestal door artrose. Hierdoor kan de ruimte voor de pezen van de schouder, die hieronder glijden, soms te nauw worden waardoor ze gaan ontsteken (‘tendinitis door impingement’). Meestal wordt dit impingement veroorzaakt door het acromion, maar het kan dus ook soms voorkomen door het uitpuilen van het AC-gewricht.
- Osteolyse van de clavicula door trauma of microtraumata (bv. overbelasting bij gewichtheffers), hierdoor ontstaat soms een ontkalking van het laterale uiteinde van het sleutelbeen.
Behandeling en Behandelingsopties
De behandeling is in eerste instantie conservatief, dus zonder operatie:
- Relatieve rust: binnen de pijngrenzen bewegen, maar niet overbelasten en liefst niet naar de hoogte toe.
- Ijs- en gelapplicaties
- Medicatie: pijnstillers en/of ontstekingswerende medicatie
- Infiltratie: inspuiting met een cortisonepreparaat
Als deze behandelingen herhaaldelijk weinig of slechts tijdelijk verbetering geeft, en de pijn te uitgesproken is voor de patient, kan overgegaan worden tot een operatieve ingreep. Hierbij wordt het uiteinde van het sleutelbeen verwijderd (AC-resectie). De vrijgekomen ruimte vult zich dan op met fibreus weefsel. Hierdoor raken de twee beenderige uiteinden elkaar niet meer en wordt geen pijn meer opgewekt. Deze ingreep kan open (Mumford-operatie) of artroscopisch (kijkoperatie) gebeuren.
Bij de artroscopische ingreep worden via 2 of 3 gaatjes in de huid een artroscoop en instrumenten in het AC-gewricht of in de onderliggende slijmbeurs gebracht en wordt het bot weggenomen. Soms wordt hierbij tevens een acromioplastie (het verwijderen van de onderzijde van het Acromion, vooral bij impingement) uitgevoerd.
Nazorg
Postoperatief wordt de arm meestal enkele dagen in een draagdoek of sling gehouden en mag men vaak al zachtjes actief bewegen. De eerste 6 weken mag de arm niet zwaar belast worden. Soms is kinesitherapie, vooral in de beginperiode, aangewezen om verstijving van de schouder te voorkomen. De revalidatie is vrij langdurig: 6 weken tot 3 maanden en in uitzonderlijke gevallen 6 maanden.