Oorzaak
Een polsfractuur ontstaat door een trauma. De meeste ongevallen zijn een ‘low energy trauma’ bijvoorbeeld een val op straat. Bepaalde personen breken sneller hun pols dan andere omwille van osteoporose. Osteoporose is een aandoening van het bot waarbij botontkalking optreedt. Hierbij daalt de hoeveelheid bot en ook de kwaliteit van de botstructuur. Dit wordt vooral gezien bij de ‘low engergy trauma’s’. Een polsfractuur na een ski-ongeval is een voorbeeld van ‘high energy trauma’.
Normale linker pols
Gebroken linker pols
Omschrijving van de aandoening
De meest voorkomende fractuur is de distale fractuur van de radius. Het is belangrijk dat de arts weet welk type fractuur u hebt. Het type bepaalt namelijk de behandeling.
Symptomen
- Pijn is de belangrijkste klacht.
- Andere belangrijke klachten zijn bewegingsbeperking, zwelling en verminderde kracht.
- Bij onstabiele verplaatste fracturen is de stand van de pols vaak anders in vergelijking met de andere hand.
Behandeling
Stabiele breuken worden behandeld met een gips gedurende zes weken.
Voor de behandeling van instabiele, verplaatste fracturen maken de handchirurgen sinds jaren gebruik van een volaire plaat. Deze plaat volgt de anatomische vorm van de radius indien ze aan de onderzijde van de onderarm wordt geplaatst. Er zijn verschillende types. De keuze is afhankelijk van de fractuur. De handchirurgen kozen voor deze plaat omdat ze gebruik maakt van het principe hoekstabiliteit. Er zit namelijk in de schroefkop ook een schroefdraad. Door deze extra schroefdraad zit de schroef verankert in de plaat en wordt het risico op uitscheuren van de schroef uit het bot sterk beperkt. Het grote voordeel van deze volaire plaat is de vroege mobilisatie. Geleidelijk aan bewegen van de hand is al mogelijk vanaf 10 dagen na de operatie.
De operatie
Risico’s van de ingreep
Zoals iedere chirurgische ingreep zijn er ook bij plaatsing van een volaire plaat verschillende complicaties.
De belangrijkste risico’s:
- Reactie op de anesthesie: misselijkheid, hoofdpijn, braken, …
- Pijn
- Wondproblemen
Realistische verwachtingen
Gedurende de eerste drie maand herwinnen de patiënten geleidelijk aan de normale beweeglijkheid en kracht. Afhankelijk van de complexiteit van de fractuur kunnen bepaalde bewegingen in mindere mate mogelijk zijn. Plaatverwijdering is meestal niet noodzakelijk.
Verloop van de opname
Na één overnachting mag u na goedkeuring van uw arts naar huis gaan.
Bij ontslag zit uw hand in een spalk. Deze spalk zorg ervoor dat u uw hand niet bewegen.
Verloop van de revalidatie
- Op de controle-afspraak verwijdert uw chirurg de spalk. Vanaf dit ogenblik mag gestart worden met het mobiliseren van uw hand. Meestal wordt geen kinesitherapie voorgeschreven tenzij de arts op consultatie merkt dat de patiënt schrik heeft om de hand te bewegen. Door de snelle mobilisatie na de operatie is het grootste deel van uw spiermassa nog aanwezig. (spiermassa vermindert indien de spier niet wordt gebruikt)
- Bepaalde fracturen zijn zo gecompliceerd dat de arts een spalk voorschrijft in kunststof. Deze spalk wordt op maat gemaakt zodat deze veel comfortabeler aanvoelt dan de spalk in kurk.
- Zes weken en drie maand na de operatie komt u nog eens langs op controle. Tijdens deze controles gaat de arts na of de breuk goed heelt en of er geen complicaties optreden.
Mogelijke complicaties zijn: de breuk wil niet goed genezen of carpal tunnel syndroom (door de zwelling ontstaat druk op de zenuwen in uw hand).
Tips bij de revalidatie
Bewegen van de pols is een must om terug een vergelijkbare mobiliteit te krijgen.